vrijdag 24 mei 2013

Recensie van Hoogteverschillen van Julian Barnes in De Morgen, 22 mei 2013






Wie aan Hoogteverschillen begint, koestert bepaalde verwachtingen. De flap rept van ‘liefde en verdriet’, over uit elkaar gerukte mensen. Aan de binnenkant prijkt een prachtig sfeervolle zwartwit foto. Man Booker Prize-winnaar Julian Barnes kijkt bescheiden ingetogen (‘en dus verleidelijk’) weg, met een lichte krul om zijn lippen. Pat Kavanagh stut zachtjes haar kin op zijn hoofd en omarmt hem, terwijl ze tevreden, bijna wakend, in de lens blikt. Wat je ziet is iets wat eigenlijk geheim is, maar vanwege de intensiteit ervan gemakkelijk gedeeld kan worden. Er is genoeg van. Je ziet een evenwichtig huwelijk vol warmte en behaaglijkheid, twee mensen die elkaar door en door kennen. Daaronder staat vermeld wanneer zij elkaar ontmoetten (in 1978), wie Kavanagh was alsof zij een co-auteur is (ze was een literair agent), en wanneer ze trouwden (in 1979). Na dertig jaar huwelijk liet Kavangh in 2008 het leven. Barnes schreef niet eerder expliciet over dit verlies, zo weet iedere Barnes-lezer, enkel een keer zijdelings in Alsof het voorbij is, in een verhaal over vrienden die genoeglijk dineren en het hebben over zoveel kennissen die opeens aan kanker overlijden.
         Dus denk je: dit wordt het verhaal over Kavanagh. Maar waarom zet het dan doodgemoedereerd in als een van de gedistingeerde francofiele essays van Barnes, die we onder meer kennen uit zijn laatste essaybundel Uit het raam? Waarom begint Barnes met een verhaal over de ballonvaart en over Tournachon, bijnaam Nadar, die de ballonvaart aan de fotografie paarde en zo iets nieuws tot stand bracht?
         En waarom fantaseert Barnes in het volgende deel van het boek dan over een oplaaiende liefde tussen twee pionierende ballonvaarders: Sarah Bernhardt en Fred Burnaby? Waarom schrijft hij over het moment dat Burnaby zijn schaduw ziet, haarscherp afgetekend op het weiland in de avondzon, uitvergroot tot immense proportie, waardoor hij even buiten zichzelf treedt? Terwijl Burnaby droomt over Sarah en hen tweeën al ziet als een paar, ‘als samengevoegde dingen, bouwend aan een bestaan, losgekomen van de grond’, wil Sarah niet opstijgen. Onwillekeurig ga je op zoek naar mogelijke analogiën in dit verlangende liefdesverhaal. Verging het Barnes en Kavanagh ook zo? Geen enkele aanwijzing.
         Omdat Barnes maar niet te spreken komt over zijn vrouw, speur je als lezer meer en meer naar metaforen, naar veelbetekenende vooruitwijzingen. Ieder woord krijgt een extra lading, wat dwingt tot traag woordproeven. Dat is overigens geen straf, gezien de eloquentie van Barnes. Uiteindelijk nadert hij in het derde deel de grootste pijn van zijn leven, een pijn die hij waarschijnlijk nooit meer te boven zal komen. Zijn de twee eerste delen van het boek dan doodordinaire afleidingsmanoeuvres? Ze doen denken aan Sprakeloos van Tom Lanoye, die ook pas na veel zelfbeschermende zijpaden te zijn ingeslagen bij zijn aftakelende, dementerende moeder durfde aan te komen. Maar Barnes is niet zo wild en woest. Hij is kalm en beschouwt wijselijk. Op z’n Brits moed verzamelen, is dat wat Barnes doet?
         Deels, maar beslist niet alleen. Daarvoor is de opbouw van het boek te doordacht en spiegelend, met allerlei verfijnde opmerkingen en gebeurtenissen die net even anders terugkeren en zo een rond geheel maken. Barnes was niet van plan een elegie voor Kavanagh te schrijven. Hij wil iets anders vertellen, iets universeels, gedreven vanuit het particuliere lot. Wie diep valt, moet eerst hoogte maken. In het eerste deel komt Barnes te spreken over een jongeman die van een kleine honderd meter te pletter valt. Hij hield een ankertouw van de ballon vast. Toen de ballon door een windstoot plotseling de lucht in schoot, schoot hij mee. En liet los. Hij viel zo hard in een bloemperk dat zijn benen er tot de knieën in landen en zijn ingewanden uiteengereten uit zijn lijf werden geperst. Barnes beschrijft het achteloos en onopvallend, bijna in een bijzin, en dan weet je al dat dit, exact dit de metafoor is voor wat met hem gebeurde toen zijn vrouw aan kanker overleed. Dat piepkleine zinnetje is in al zijn onbewogen rauwheid de exacte vertolking van zijn gemoed.
         Barnes wil laten zien dat twee dingen samenbrengen die nog nooit eerder zijn samengebracht magie oplevert: het levert meer op dan de som der delen. Dat gebeurde met Tournachon. Precies een eeuw na hem zouden fotografie en vliegvaart samenkomen in een aerostatische foto, gemaakt door een astronaut met een speciale Hasselblad-camera vanuit de Apollo 8 die cirkelde om de maan. Van veraf kijken naar de opkomst van de aarde was schokkend en ontroerend. Ook als twee mensen elkaar innig liefhebben gebeurt zoiets. Pas als een van hen wegvalt, merkt de achterblijver dat zij meer waren dan twee individuen. Er is een derde wereld geschapen waarin zij samenleefden, waarin zij praatten, die opeens van veraf wordt bekeken.
         Het is dan ook de privé-taal die Barnes enorm mist, het cocon van woorden dat zij deelden. Het maakt dat hij nog altijd tegen zijn vrouw praat. Net als de dichter Pieter Boskma, die op onvergetelijke, gepassioneerde wijze het gesprek met zijn overleden vrouw aanging in zijn bundel Doodsbloei. Barnes besluit de geheimtaal niet te delen, zoals hij verder ook bijzonder weinig blootgeeft over Kavanagh. Hij blijft zoveel mogelijk op meta-niveau zweven. De huwelijkstaal vol verfijning is volgens hem betekenisloos voor de buitenwacht.
         Ik weet niet of dat laatste waar is. Ieder doorgewinterd paar heeft een eigen taal. Al valt daar veel bij uit te leggen - vaak bestaat die uit running gags die in lagen door de jaren heen zijn opgebouwd en is op den duur nog slechts het topje van de ijsberg voldoende om een hele berg aan woorden over te dragen - in een roman kan Barnes zulke taal voortreffelijk oproepen. Dus is het iets anders wat hem weerhoudt. Zodra hij die privé-taal deelt, behoort ze hem niet meer toe. En waarom iets weggeven wat hij nog iedere dag zo intens koestert, waar hij niet zonder kan? Waarom zo’n schat delen, met het risico dat het paarlen voor de zwijnen blijken?
         En dan speelt er wellicht nog iets anders. Privé-taal, autobiografische intimiteit, wordt door mannen niet zo snel naar buiten gebracht. Het is al snel gênant, of er wordt op neergekeken omdat er geen ‘literatuur’ van te maken zou zijn (maar een goed auteur kan toch ieder onderwerp literaire zeggingskracht geven?! ). Het lijkt een taboe, hier een boekje over opendoen. En het was Barnes er niet om te doen een taboe te doorbreken, al weet hij wel grimmig uit te halen naar vrienden en kennissen die de verkeerde woorden op het verkeerde moment zeggen of juist de goede woorden verzwijgen.
         Dus krijgen we in Hoogteverschillen een verhaal over anders kijken. Van een afstand de wereld en jezelf aanschouwen. Het gaat erom buiten jezelf te treden en zo voller en rijker te worden, met alle gevaar van dien. De metafoor kun je doortrekken van de ballonvaart naar de liefde, maar ook naar het schrijven. In het tweede deel zijn we getuige van de vlucht van de verbeelding. Barnes komt los van de feiten en toont het magische moment dat hij opstijgt naar de fictie van gedachten en gevoelens. Het boek zelf is daarmee een ballonvaart. Van de vaststaande feiten uit het eerste deel naar de zwevende fictie in het tweede tot de diepe, rauwe werkelijkheid in het derde deel, waarbij de naald van de wijzerplaat springt en niets meer te registreren valt.
         Barnes voegt twee dingen bij elkaar die nog nooit eerder samenkwamen: de ballonvaart en de dood van een geliefde. Levert dat magie op? Ja, beslist. Door de verfijnde, breekbare waarneming van zichzelf. Hoe zijn visie op zijn omgeving veranderde door het overlijden van zijn vrouw, hoe hij hardvochtig werd, hoe een doodgewone brug loodzwaar werd om te passeren, hoe van alles ging kantelen en werd uitvergroot tot een langgerekte schaduw. In zorgvuldig gekozen bewoordingen, die het belang van taal nog eens onderstrepen, rekt Barnes zich uit tot een man die nu alleen het beeld vult, en recht in de lens staart.

Julian Barnes (vert. Ronald Vlek), Hoogteverschillen, Atlas-Contact, 128 blz., € 18,95

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.